Help onze patiënten
Nieuws
Nieuwsbrief
2023-2
is gepubliceerd.
Bahasa Indonesia
ANBI-informatie

Dialyse voor miljardairs, anderen gaan dood

door: Xing-hu Kuo >> Publicaties
in: Wisselwerking, augustus 2001  
   
De heer Xing-hu Kuo heeft ons enige tijd gesponsord door een groot aantal exemplaren van door hem geschreven boeken gratis voor de verkoop beschikbaar te stellen.
Bijgaand artikel is een zeer persoonlijke ervaring, die op zijn minst gekleurd genoemd mag worden. Ook de feitelijke informatie was en is niet overal en altijd in Indonesië de waarheid.
 
In april 1998 begon Xing-Hu Kuo met dialyseren. Hij wilde in die tijd graag nog een keer zijn familie in Indonesië bezoeken. Na enig speurwerk lukte het hem aan adressen van dialysecentra te komen. Eenmaal ter plekke ervoer hij, wat hij al vermoedde, dat dialysebehandeling in deze Gordel van Smaragd slechts voor een zeer selecte groep nierpatiënten is weggelegd.      
   
Toen ik in april 1998 met dialyseren begon (zie ook de reportage in WISSELWERKING 2/2001, over mijn ‘surrealistisch leven’, zoals hoofdredacteur Jan Lemmen mijn avontuurlijke biografie noemde) dacht ik: nooit meer naar Jakarta (Indonesië, 350 jaar Nederlandse kolonie, tot 1949) om mijn moeder, toen al negentig jaar oud en verleden jaar overleden, en mijn zussen en talrijke verwanten en vrienden te kunnen opzoeken. Want in de lijsten van de buitenlandse dialysecentra, die mij in mijn Berlijnse dialysecentrum ter beschikking stonden – tot september 2000 woonde ik in Berlijn – ontbrak dit 220 miljoen inwoners tellende en daarmee grootste islamitische land ter wereld. Niemand die ik er in Duitsland naar vroeg, wist of er dialysemogelijkheden bestonden. Het ontbreken van die mogelijkheden leek me echter onwaarschijnlijk want sinds het vertrek van de Nederlanders in de jaren 1949/50 is er een kleine, steenrijke groep Indonesiërs ontstaan die zich elke luxe kan veroorloven. Daarbij zouden zeker mensen zijn die op dialyse waren aangewezen, dacht ik. Ik stuurde dus een fax naar mijn in Jakarta levende zus en aan kennissen, waaronder ook artsen.  
Al spoedig werd mijn vermoeden bevestigd: uit de naar mij toegestuurde adressen blijkt dat alleen al in Jakarta met zijn 10 tot 15 miljoen inwoners (niemand heeft ze ooit precies geteld) tien ziekenhuizen met een dialyseafdeling zijn.
 
Alleen voor rijken
De prijzen voor een dialyse varieerden rond de één miljoen rupiah (toen ongeveer driehonderd gulden) wat gelijk staat aan tien maanden salaris van een dienstmeid (babu) of een gewone arbeider (of kuli) zonder opleiding. Een chauffeur verdient maandelijks 100 tot 150 gulden, een arts niet veel meer.
In Indonesië hebben de meeste mensen geen verzekering. Alleen de ambtenaren zijn verzekerd, maar ook zij moeten voor dure behandelingen als dialyse een grote eigen bijdrage betalen. Het is duidelijk dat dialyse, en andere medische behandelingen, in dit derdewereldland een luxe is, die alleen buitengewoon rijke mensen kunnen betalen. De gewone, dus arme Indonesiër kan zich alleen de ‘dukun’ (de inheemse medische hulpverlener, half tovenaar en half kwakzalver) veroorloven.
 
 
Het rijk van de mammon
Na een vermoeiende vlucht van zestien uren van Berlijn naar Jakarta (ik vertrok op een spoelvrije zaterdag en kwam zondagavond in de hoofdstad van de ‘gordel van smaragd’ aan) begon ik ‘s maandags met spoelen. Het luxueuze en bijzonder dure ziekenhuis Medistra ligt aan de prachtige Boulevard Gatot Subroto. Er zijn skylines zoals in Manhattan en Frankfurt am Main, opvallend veel banken en ambassades met weelderige, prachtige tuinen. De duurste auto’s als Mercedes en BMW staan op de erven: het rijk van de Mammon. Dat kon iedere leek zien. Ik had dit ziekenhuis op aanbeveling van een goede, schatrijke vriend uitgekozen. Hij en vele VIP’s uit Jakarta, zoals diplomaten en experts, worden hier meestal behandeld.
In dit ziekenhuis was een kleine maar exclusieve dialyseafdeling met zes spiksplinternieuwe Baxter-machines, zeker een dozijn verpleegkundigen en drie nefrologen, waaronder een professor, dus geen gebrek aan specialisten en medewerkers, zoals in Nederland. De klanten van het ziekenhuis zijn per slot van rekening de rijken en prominenten van Jakarta. Tot mijn verbazing hoorde ik dat alle patiënten twee keer per week behandeld werden, later bleek dit in heel Indonesië vanwege de hoge kosten het geval te zijn. Ik was als patiënt uit Europa een uitzondering.
    
Ik kreeg drie dialyses per week, zoals ik dat in Duitsland gewend was. Mijn Duitse verzekering zou de kosten terugbetalen. Zelf moest ik na elke dialysebehandeling meer dan een miljoen rupiah betalen, want niet alleen de dialyse maar elk onderzoek (bijvoorbeeld bloedonderzoek), de EPO, enzovoort) moesten betaald worden.
 
Klantvriendelijk
De dialyse was buitengewoon klantvriendelijk, voor een Europeaan bijna onvoorstelbaar. De patiënt hoeft zelf helemaal niets te doen, de vriendelijke en lieve zusters nemen je elk werk uit handen. In Nederland wordt verwacht dat de patiënt zelf actief meewerkt, het spoelprotocol invult, na de dialyse de prikgaten afdrukt, enzovoort. In Indonesië doet het talrijke personeel alles, met een vriendelijke glimlach en beleefde excuses voordat de naalden de shunt indringen. ‘Maaf, sakit sedikit pak” zeggen ze dan. ‘Excuseert u mij alstublieft, het doet een beetje zeer.’ Om de pijn te verminderen kan de patiënt zelfs een lokale verdoving krijgen.
Snacks en dranken worden volop verstrekt. Toen ik mijn beker zelf leeg wilde drinken, kwam er een zuster aangesneld die de beker afpakte en mij hielp bij het drinken, wat volgens mij niet nodig was. De verpleegkundigen bedienen ook de televisietoestellen. Ze vragen aan de patiënt welk programma hij wil zien, dus de patiënt hoeft niet eens zelf de afstandsbediening te gebruiken. Tijdens de dialyse zat de kamer vol familieleden van de patiënten, inclusief kinderen van alle leeftijden, zodat er veel gekletst en gelachen werd. De bezoekers babbelden ook met elkaar. De zusters zijn erg nieuwsgierig, nemen een stoeltje en beginnen heel naïef nieuwe patiënten zoals ik gewoon uit te vragen. Privacy is een onbekend begrip, want ze vragen gewoon hoeveel ik per maand verdien, of ik getrouwd ben, hoeveel kinderen ik heb, wat ik in Indonesië deed, enzovoort. Maar aangezien ik deze gewoonte kende, de eerste achttien jaar van mijn leven woonde ik immers in mijn geboorteland Indonesië, werd ik niet kwaad en voelde ik me niet gekwetst. Ik beantwoordde de vragen zo goed mogelijk.
 
Paradijs
De verpleegkundigen konden niet geloven dat in Europa de dialyse voor de patiënt zelf geen extra kosten met zich mee brengt en de patiënten zelfs met zorgvervoer thuis worden opgehaald en na de dialyse weer naar huis gebracht. Voor hen schijnt Europa een paradijs te zijn. Enkele verpleegkundigen vroegen mij dan ook zonder te blozen of ik Europese vrienden had die met hen wilden trouwen, want dan konden zij dit paradijs ook binnenkomen. Ik waarschuwde deze naïeve meisjes dat het klimaat, het eten en de taal in Europa niet bepaald geschikt zijn voor deze kleine tropische mensen. De mentaliteit en de gewoontes van de Europeaan zijn ook niet voor elke Indonesiër aantrekkelijk.
 
Hergebruik
Na enige dialyses in Jakarta vertrok ik naar de stad Bandung (circa 180 kilometer van Jakarta verwijderd), want in deze twee miljoen tellende hoofdstad van West-Java wonen ook veel ooms, tantes, neven en nichten, die ik wilde opzoeken. Bandung is een prettige stad, het ligt midden in de koele bergen, het is er niet zo ontzettend heet als in Jakarta. In Bandung zijn vijf dialysecentra. Eerst ging ik naar het grootste centrum, het Nyonya Habibi Dialysecentrum, genoemd naar de moeder van de toenmalige interim-president (1998/1999) Jusuf Habibi, de opvolger van de corrupte dictator Suharto. Met rond 44 machines van het type Gambro, gebruikte machines door Nederland aan haar vroegere kolonie geschonken, is dit centrum het grootste in de provincie West-Java. Dit ziekenhuis is niet alleen veel goedkoper dan in Jakarta maar probeert ook een paar arme mensen kosteloos of tegen een symbolische prijs van drie of vier gulden te behandelen. Dat zijn meestal minder dan 5 van de 158 patiënten die in verschillende groepen behandeld worden. Ik vind het een groot nadeel dat in dit centrum het re-usesysteem is ingevoerd om geld uit te sparen: alle slangen enzovoort worden niet weggegooid maar gewassen en opnieuw gebruikt.
 
Het Nyonya Habibi Dialysecentrum in Bandung heeft veertig dialyseplaatsen. De Gambro machines zijn een cadeau uit Nederland (links de schrijver van het verhaal)
In het Nyonya Habibi Dialysecentrum werkt nefroloog dr. Rully Roesli. Hij heeft in Groningen zijn opleiding gehad en dit verklaart de bijzonder hechte banden met het vroegere moederland. Enkele technici en verpleegkundigen zijn in het Academisch Ziekenhuis Groningen en het St. Clara Ziekenhuis in Rotterdam opgeleid. De Stichting Dialysehulp Buitenland heeft door de donatie van gebruikte dialyseapparatuur in grote mate de niet commerciële stichting in Bandung geholpen. Volgens dr. Roesli kan in Indonesië circa 15 procent van de nierpatiënten dialysebehandelingen betalen.
    
De anderen moeten sterven vanwege gebrek aan geld. Per miljoen Indonesiërs kunnen er 6,5 gaan dialyseren, in het buurland Maleisië zijn dat er 102 en in Singapore zelfs 500. Het kan dus ook anders in ontwikkelingslanden, als de regering maar niet zo corrupt is als in het Indonesië van Suharto.
In alle grote plaatsen, en ook in enkele kleinere, is intussen dialyse mogelijk. Ook op het toeristeneiland Bali is er in de hoofdstad Denpasar gelegenheid om te dialyseren. Volgens een Duitse patiënt die daar vier weken spoelde, zijn de toestanden helaas avontuurlijk, vooral de hygiëne schijnt er niet al te best te zijn. Een Duits reisbureau voor dialysereizen (Hebestreit) heeft mij afgeraden naar dat centrum in Bali te gaan.
 
Geen betalingsverdrag
Voor Nederlanders die in Indonesië willen dialyseren, is het belangrijk vantevoren met de ziektekostenverzekeraar de betaling te regelen omdat er geen verdrag is tussen Indonesië en Nederland over de betaling van ziektekosten binnen de EU. Ook spreken de meeste Indonesiërs geen Nederlands meer, alleen nog de mensen boven de zestig die Nederlandse scholen bezocht hebben, een kleine minderheid dus. In hun woede tegen de Nederlandse ‘onderdrukkers en imperialisten’ heeft de regering Sukarno na de revolutie van 1945 de Nederlandse taal direct afgeschaft en door Bahasa Indonesia vervangen.
Volgens mij een grote fout, want nu is het voor de jonge generatie niet eens mogelijk de eigen geschiedenis te bestuderen, bijna alle documenten zijn in het Nederlands geschreven. Ook wordt het moeilijk een andere Europese taal (bijvoorbeeld Engels of Duits) te leren. Maar als Maleiërs amok maken, is iedere logische en nuchtere gedachte niet meer mogelijk. Jammer!
      
Bali, avontuurlijk, ook voor dialyse!  
       
>> naar boven >> Publicaties